maandag 23 november 2015
Deze week is voorleesweek ...
Zo kies je een goed boek.
1 Alles kan: strips, tijdschriften, liedjes, boeken.
2 Vertel verhalen die je zelf ook graag hoort.
3 Kies boeken met sprekende personages en knappe illustraties.
4 Overleg met kinderen: waarover willen ze graag een verhaal horen?
5 Bekijk het boekenaanbod in de bibliotheek en vraag raad.
Waarom het goed is voor je kind.
1 Maak er een fijn ritueel van. Voorlezen versterkt jullie band.
2 Voorlezen prikkelt de fantasie en het geheugen van kinderen.
3 Kinderen pikken nieuwe woorden op en versterken hun taalgevoel.
4 Voorlezen maakt gevoelens en ervaringen bespreekbaar.
5 Kinderen grijpen zelf sneller naar een leesboek als ze verhalen horen vertellen.
Zo maak je het verhaal spannender.
1 Stel vragen. Wat zou jij nu doen? Hoe zou het nu gaan met het hoofdpersonage?
2 Lees het verhaal op voorhand, dan kan je beter inspelen op wat komt.
3 Spreek rustig en duidelijk. Versnel wanneer dat bij het verhaal past.
4 Lees in spreektaal, niet in schrijftaal. Verander zinnen die te moeilijk zijn.
5 Spreek luid bij grappige passages, fluister zacht als het spannend wordt. Las korte stiltes in.
1 Alles kan: strips, tijdschriften, liedjes, boeken.
2 Vertel verhalen die je zelf ook graag hoort.
3 Kies boeken met sprekende personages en knappe illustraties.
4 Overleg met kinderen: waarover willen ze graag een verhaal horen?
5 Bekijk het boekenaanbod in de bibliotheek en vraag raad.
Waarom het goed is voor je kind.
1 Maak er een fijn ritueel van. Voorlezen versterkt jullie band.
2 Voorlezen prikkelt de fantasie en het geheugen van kinderen.
3 Kinderen pikken nieuwe woorden op en versterken hun taalgevoel.
4 Voorlezen maakt gevoelens en ervaringen bespreekbaar.
5 Kinderen grijpen zelf sneller naar een leesboek als ze verhalen horen vertellen.
Zo maak je het verhaal spannender.
1 Stel vragen. Wat zou jij nu doen? Hoe zou het nu gaan met het hoofdpersonage?
2 Lees het verhaal op voorhand, dan kan je beter inspelen op wat komt.
3 Spreek rustig en duidelijk. Versnel wanneer dat bij het verhaal past.
4 Lees in spreektaal, niet in schrijftaal. Verander zinnen die te moeilijk zijn.
5 Spreek luid bij grappige passages, fluister zacht als het spannend wordt. Las korte stiltes in.
Labels:berichten